folk

Niet te verwarren met: fólk, volk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  folk    (hulp, bestand)
  • IPA: /fok/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • folk
Woordherkomst en -opbouw
  • van Engels  folk zn  als verkorting van folk music
enkelvoud meervoud
naamwoord folk -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

defolkm

  1. (muziek) muziekstijl gebaseerd op de volksmuziek van de Britse Eilanden en Noord-Amerika
    • Dat de liederen van Rowwen Hèze mensen raken heeft meerdere oorzaken. (…) Eén kracht achter hun succes is natuurlijk het muzikale aspect. De ooit gedurfde en inmiddels breed gewaardeerde mix van folk, tex-mex, polka, rock en zelfs fanfareklanken geven de band een eigen karakter. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord folk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
66 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Afrikaans

Zelfstandig naamwoord

folk

  1. (verouderd) volk
Schrijfwijzen

Fries

enkelvoud meervoud
naamwoord folk folken
verkleinwoord folkje
Uitspraak
  • IPA: /folk/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Oudfriese folk

Zelfstandig naamwoord

folk

  1. volk

Verwijzingen

    Tussenwerpsel

    folk

    1. volk; een roep bij de deur om te bepalen of iemand thuis is

    Limburgs

    Zelfstandig naamwoord

    folk

    1. (muziek) folk; muziekstijl gebaseerd op de volksmuziek van de Britse Eilanden en Noord-Amerika

    Meer informatie

    Middelengels

    Woordherkomst en -opbouw
    • Afgeleid van het Angelsaksische folc

    Zelfstandig naamwoord

    folk

    1. mensen
    Schrijfwijzen
    Overerving en ontlening

    Noors

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: / fɔlk /
    Woordafbreking
    • folk
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord folk
    Naar frequentie 160
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   folk     folket     folk     folka
    folkene  
    genitief   folks     folkets     folks     folkas
    folkenes  

    Zelfstandig naamwoord

    folk o

    1. bevolking, natie, volk, de bewoners en bewoonsters van een land, de inwoners en inwoonsters van een land
    2. algemeenheid, gemeenschap
    3. beroepsgroep, stand
    4. gasten, mensen, personen
    Uitdrukkingen en gezegden
    • [1]: det italienske folk
    het Italiaanse volk

    Zelfstandig naamwoord

    folk, mv

    1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van folk

    Nynorsk

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: / fɔlk /
    Woordafbreking
    • folk
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord folk
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   folk     folket     folk     folka  

    Zelfstandig naamwoord

    folk o

    1. bevolking, natie, volk, de bewoners en bewoonsters van een land, de inwoners en inwoonsters van een land
    2. algemeenheid, gemeenschap
    3. beroepsgroep, stand
    4. gasten, mensen, personen
    Typische woordcombinaties
    • [1]: det spanske folk
    het Spaanse volk
    • [1]: eit lite folk
    een klein volk

    Zelfstandig naamwoord

    folk, mv

    1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van folk

    Oudfries

    Woordherkomst en -opbouw
    • Afgeleid van het Proto-Germaanse *fulką

    Zelfstandig naamwoord

    folk o

    1. volk
    Schrijfwijzen
    • fulk
    Overerving en ontlening

    Oudhoogduits

    Woordherkomst en -opbouw
    • Afgeleid van het Proto-Germaanse *fulką

    Zelfstandig naamwoord

    folk o

    1. volk

    Oudnederlands

    Woordherkomst en -opbouw
    • Afgeleid van het Proto-Germaanse *fulką

    Zelfstandig naamwoord

    folk o

    1. volk
    Overerving en ontlening

    Oudsaksisch

    Woordherkomst en -opbouw
    • Afgeleid van het Proto-Germaanse *fulką

    Zelfstandig naamwoord

    folk o

    1. volk
    Schrijfwijzen
    • folc
    Synoniemen
    • thiod
    Overerving en ontlening

    Pools

    Uitspraak
    • IPA: /fɔlk/

    Zelfstandig naamwoord

    folk

    1. (muziek) folk; muziekstijl gebaseerd op de volksmuziek van de Britse Eilanden en Noord-Amerika
    Synoniemen
    • muzyka folkowa
    Afgeleide begrippen
    • folkowy
    Verwante begrippen
    • folklor m
    • folklorysta m
    • folklorystka v
    • folklorystycznie (bw.)
    • folklorystyczny
    • folklorystyka v
    • folkloryzm m
    • folkowo (bw.)

    Meer informatie

    Schots

    enkelvoud meervoud
    folk folks
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afgeleid van het Middelengelse folk / fok / foolk / volk

    Zelfstandig naamwoord

    folk

    1. mensen
    Schrijfwijzen
    • fowk
    Synoniemen

    Slowaaks

    Zelfstandig naamwoord

    folk

    1. (muziek) folk; muziekstijl gebaseerd op de volksmuziek van de Britse Eilanden en Noord-Amerika

    Meer informatie

    Tsjechisch

    Uitspraak
    • IPA: /fɔlk/
    Woordafbreking
    • folk
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afgeleid van het Engelse folk / folk music

    Zelfstandig naamwoord

    folk

    1. (muziek) folk; muziekstijl gebaseerd op de volksmuziek van de Britse Eilanden en Noord-Amerika
    Verbuiging
    Afgeleide begrippen
    • folkový
    Verwante begrippen
    • folklor
    Anagrammen
    • flok

    Meer informatie

    Verwijzingen

      Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.