fons

Latijn

Woordherkomst en -opbouw
  • erfwoord Uit Proto-Italisch *fonti-, misschien ook in Umbrisch funtlere “een zekere plaats met een bron ?”. [1]
Woordafbreking
  • fons

Zelfstandig naamwoord

fons m

  1. bron
Overerving en ontlening
Verbuiging

Verwijzingen

  1. Michiel de Vaan
    “Etymological Dictionary of Latin and the other Italic Languages” (2008), Brill, Leiden - Boston, p. 230-231
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.