fundus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fundus    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈfʏndʏs/ (2 lettergrepen)
Woordherkomst en -opbouw
Woordafbreking
  • fun·dus
enkelvoud meervoud
naamwoord fundus fundi
fundussen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

defundusm

  1. (anatomie) bovenste deel van de baarmoeder of koepel van de maag (fundus gastricus)
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'fundus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Latijn

Uitspraak
  • IPA: /fun.dus/
Woordherkomst en -opbouw

Ontwikkeld uit Italisch *funðos (uit Indo-Europees *bʰudʰ-(m)n-o-s), verwant aan Nederlands bodem.

Zelfstandig naamwoord

  1. bodem
  2. stuk grond, land; landgoed
  3. grond
  4. fundering
  5. een instantie
Afgeleide begrippen
  • adfundō
  • funditus
  • fundō
  • fundulus
  • profundus
Verwante begrippen
  • fundāmen
  • fundāmentum
  • fundātiō
Overerving en ontlening
Verbuiging
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.