< houwen
houwen/vervoeging
Nederlands
vervoeging van de bedrijvende vorm van houwen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | houwen | te houwen | ||||||||
toekomend | zullen houwen | te zullen houwen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gehouwen | te hebben gehouwen | ||||||||
toekomend | gehouwen zullen hebben | gehouwen te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
houwend | gehouwen | ev. houw | mv. verouderd houwt | houwe | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | houw | houwt | houwt | houwt | houwt | houwen | houwen | houwen | |||
verleden (o.v.t.) | hieuw | hieuw | hieuw | hieuwt | hieuw | hieuwen | hieuwen | hieuwen | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal houwen | zult/zal houwen | zult/zal houwen | zult houwen | zal houwen | zullen houwen | zullen houwen | zullen houwen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou houwen | zou houwen | zou(dt) houwen | zoudt houwen | zou houwen | zouden houwen | zouden houwen | zouden houwen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gehouwen | hebt gehouwen | hebt/heeft gehouwen | hebt gehouwen | heeft gehouwen | hebben gehouwen | hebben gehouwen | hebben gehouwen | |||
verleden (v.v.t.) | had gehouwen | had gehouwen | had gehouwen | hadt gehouwen | had gehouwen | hadden gehouwen | hadden gehouwen | hadden gehouwen | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gehouwen hebben | zal/zult gehouwen hebben | zult/zal gehouwen hebben | zult gehouwen hebben | zal gehouwen hebben | zullen gehouwen hebben | zullen gehouwen hebben | zullen gehouwen hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gehouwen hebben | zou gehouwen hebben | zou/zoudt gehouwen hebben | zoudt gehouwen hebben | zou gehouwen hebben | zouden gehouwen hebben | zouden gehouwen hebben | zouden gehouwen hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gehouwen worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gehouwen | er is gehouwen | |||||||||
verleden | er werd gehouwen | er was gehouwen | |||||||||
toekomend | er zal gehouwen worden | er zal gehouwen zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gehouwen worden | er zou gehouwen zijn | |||||||||
lijdende vorm gehouwen worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gehouwen worden | gehouwen te worden | ||||||||
toekomend | gehouwen zullen worden | gehouwen te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gehouwen zijn | gehouwen te zijn | ||||||||
toekomend | gehouwen zullen zijn | gehouwen te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gehouwen | wordt gehouwen | wordt gehouwen | wordt gehouwen | wordt gehouwen | worden gehouwen | worden gehouwen | worden gehouwen | |||
verleden (o.v.t.) | werd gehouwen | werd gehouwen | werd gehouwen | werdt gehouwen | werd gehouwen | werden gehouwen | werden gehouwen | werden gehouwen | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gehouwen worden | zult gehouwen worden | zult gehouwen worden | zult gehouwen worden | zal gehouwen worden | zullen gehouwen worden | zullen gehouwen worden | zullen gehouwen worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gehouwen worden | zou gehouwen worden | zou/zoudt gehouwen worden | zoudt gehouwen worden | zou gehouwen worden | zouden gehouwen worden | zouden gehouwen worden | zouden gehouwen worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gehouwen | bent gehouwen | bent/is gehouwen | zijt gehouwen | is gehouwen | zijn gehouwen | zijn gehouwen | zijn gehouwen | |||
verleden (v.v.t.) | was gehouwen | was gehouwen | was gehouwen | waart gehouwen | was gehouwen | waren gehouwen | waren gehouwen | waren gehouwen | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gehouwen zijn | zult gehouwen zijn | zult gehouwen zijn | zult gehouwen zijn | zal gehouwen zijn | zullen gehouwen zijn | zullen gehouwen zijn | zullen gehouwen zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gehouwen zijn | zou gehouwen zijn | zou/zoudt gehouwen zijn | zoudt gehouwen zijn | zou gehouwen zijn | zouden gehouwen zijn | zouden gehouwen zijn | zouden gehouwen zijn |
Middelnederlands
onbepaalde wijs | gebiedende wijs | onv. deelwoord | volt deelwoord | |
---|---|---|---|---|
houwen te houwene | houwe houwet | houwende | gehouwen | |
aantonend | aanvoegend | |||
tegenwoordig | verleden | tegenwoordig | verleden | |
ic | houwe | hieu | houwe | hieue |
du | houwes | hieus | houwes | hieus |
hi, si | houwet | hieu | houwe | hieue |
wi | houwen | hiewen | houwen | hiewen |
ghi | houwet | hiewet | houwet | hiewet |
si | houwen | hiewen | houwen | hiewen |
- Opm.: Bovenstaande is een geïdealiseerd beeld van de vervoeging. Er bestond grote variabiliteit in spelling en in vormen tussen de verschillende dialecten.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.