nos

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /no/
Woordafbreking
  • nos
nominatief genitief datief accusatief benadrukt
nous notre / nos nous nous nous
Bezittelijke voornaamwoorden in het Frans
bezitter: wat bezeten wordt:
enk mv
m v
enk 1e pers. monmames
2e pers. tontates
3e pers. sonsases
mv1e pers. notrenos
2e pers. votre*vos*
3e pers. leurleurs
* als beleefdheidsvorm zowel meervoud als enkelvoud

Bezittelijk voornaamwoord

nos mv (m en v)

  1. ons, onze (voor woorden in het meervoud, zowel mannelijk als vrouwelijk)
    «Nos parents étaient heureux avec moins de gras et moins de sucre.»
    Onze ouders waren gelukkig met minder vet en minder suiker.
Opmerkingen
  • Bij woorden die in het enkelvoud staan wordt notre gebruikt.

Kasjoebisch

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *nosъ

Zelfstandig naamwoord

nos m

  1. (anatomie) neus; een orgaan dat gebruikt wordt bij de ademhaling en om te ruiken
Synoniemen
  • kòzer
  • cnik

Latijn

enkelvoud meervoud
nominatief egonōs
accusatief
genitief meinostri
datief mihinōbis
ablatief

Persoonlijk voornaamwoord

nōs

  1. wij (nominatief van de eerste persoon meervoud)
  2. ons (accusatief van de eerste persoon meervoud)

Middelengels

Zelfstandig naamwoord

nos

  1. (anatomie) neus; een orgaan dat gebruikt wordt bij de ademhaling en om te ruiken
Schrijfwijzen

Nedersorbisch

Uitspraak
  • IPA: /nɔs/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *nosъ

Zelfstandig naamwoord

nos m

  1. (anatomie) neus; een orgaan dat gebruikt wordt bij de ademhaling en om te ruiken
Afgeleide begrippen
  • nosk

Oudfrans

Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse nōs.

Voornaamwoord

nos

  1. wij
    «Nos donnons les chose.»
    Wij geven de keuzes.

Papiaments

Persoonlijk voornaamwoord

nos

  1. wij

Pools

Uitspraak
  • IPA: /'nɔs/
  • Geluid:  nos    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nos
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *nosъ

Zelfstandig naamwoord

nos m

  1. (anatomie) neus; orgaan dat gebruikt wordt bij de ademhaling en om te ruiken
Afgeleide begrippen
  • nosek
  • nosowy
Verwante begrippen
  • nosówka v

Meer informatie

Slowaaks

Uitspraak
  • IPA: /nɔs/
Woordafbreking
  • nos
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *nosъ

Zelfstandig naamwoord

nos m

  1. (anatomie) neus; orgaan dat gebruikt wordt bij de ademhaling en om te ruiken
Afgeleide begrippen
  • nosík m
  • nosisko o
  • nosohltan m
  • nosorožec m
  • nosový
Verwante begrippen
  • nosovka v
  • noštek m

Meer informatie

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • nos

Zelfstandig naamwoord

nos

  1. wij (datief en accusatief van nosotros en nosotras)

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /nɔs/
  • Geluid:  nos    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nos
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *nosъ

Zelfstandig naamwoord

nos monbezield

  1. (anatomie) neus; orgaan dat gebruikt wordt bij de ademhaling en om te ruiken
Verbuiging
Hyperoniemen
  • část těla v
Synoniemen
  • chřípí
  • frňák
  • rypák
  • čumák
  • čenich
  • raťafák
  • chobot
  • pršák
  • čuchometr
Afgeleide begrippen
  • nosáč
  • nosák
  • nosatý
  • nosík / nůsek monbezield
  • nosní
  • nosohltan monbezield
  • nosorožec mbezield
  • nosový
Typische woordcombinaties
  • brýle na nose – bril op de neus
  • nos okapní monbezield
  • orlí nos monbezield
  • spadnout na nos – op de neus vallen
  • špička nosu – punt van de neus
Verwante begrippen
  • nosánek monbezield / nosíček monbezield
  • nosatec m
  • nosovka v
Uitdrukkingen en gezegden
  • chytit se za nos
  • jít komu co pod nos
  • mít na co nos
  • mít něco před nosem
  • nosit nos nahoru
  • ohrnovat nos nad kým / ohrnovat nos nad čím
  • přeletělo komu co přes nos
  • strkat nos do čeho
  • tahat koho za nos
  • věšet komu bulíky na nos
  • vodit koho za nos

Meer informatie

Verwijzingen

    Werkwoord

    nos

    1. informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord nosit

    Wymysoojs

    Uitspraak
    • Geluid:  nos    (hulp, bestand)

    Bijvoeglijk naamwoord

    nos

    1. nat
    Schrijfwijzen
    • noss
    Antoniemen
    • troüg

    Zweeds

    Uitspraak
    • IPA: /noːs/

    Zelfstandig naamwoord

    nos

    1. neus
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.