opprobrium

Engels

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈəˈprəʊbrɪəm/
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
opprobrium -

Zelfstandig naamwoord

opprobrium

  1. belediging, smaad, schande, verguizing
  2. scheldwoord
Synoniemen
  • [1]: disgrace
  • [1]: dishonor, dishonour
  • [1]: ignominy
  • [1]: infamy
  • [1]: obloquy
  • [1]: shame

Latijn

Uitspraak
  • IPA: /opˈpro.bri.um/
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

opprobrium o

  1. verwijt
  2. schande
Verbuiging
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.