perioda
Oppersorbisch
Zelfstandig naamwoord
perioda v
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /pɛrɪjɔda/
Woordafbreking
- pe·rio·da
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Latijnse periodus
Zelfstandig naamwoord
perioda v
- tijdperk
- (natuurkunde) periode; één volledige cyclus van zich herhalende verschijnselen als pulsreeksen, trillingen of golven
- (medisch) periode; menstruatie
- periode; een groep van zich herhalende verschijnselen
- (wiskunde) periode; een groep cijfers die zich in een reeks blijft herhalen
- (scheikunde) periode; een reeks elementen gerangschikt naar opklimmend aantal protonen tussen twee edelgassen
- (taalkunde) periode; een tekstgedeelte met breed uitgewerkte volzinnen
- (militair)(spreektaal) tomatensoep
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | perioda | periody |
genitief | periody | period |
datief | periodě | periodám |
accusatief | periodu | periody |
vocatief | periodo | periody |
locatief | periodě | periodách |
instrumentalis | periodou | periodami |
Synoniemen
Afgeleide begrippen
- periodický
- předperioda v
Verwante begrippen
|
|
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.