raamwerk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  raamwerk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • raam·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord raamwerk raamwerken
verkleinwoord raamwerkje raamwerkjes

Zelfstandig naamwoord

hetraamwerko

  1. (techniek) een omlijsting om werkstukken van slappe materialen (textiel) ter bewerking op te spannen
    • Het raamwerk is voorzien van spieën om het doek na te spannen. 
  2. (techniek) een lichte, open maar stevige constructie van buizen of balken waar onderdelen aan vastgezet kunnen worden, die in een stabiele onderlinge positie moeten blijven
  3. (bouwkunde) een in een muur verankerde constructie van balken waarin de ramen en deuren zijn gemonteerd
    • In het raamwerk is slechts één bovenlicht voorzien. 
  4. (figuurlijk) een structuur die nog moet worden ingevuld, maar waarvan de begrenzing van het geheel, en het onderlinge verband van onderdelen, reeds is vastgesteld
    • De commissie heeft een raamwerk als basis voor de nieuwe regeling, opgesteld. 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord raamwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.