seiner

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  seiner    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sei·ner
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van seinen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord seiner seiners
verkleinwoord seinertje seinertjes

Zelfstandig naamwoord

deseinerm

  1. iemand die een bericht overseint
    • Een seiner moest goed bekend zijn met het morsealfabet. 
Afgeleide begrippen
  • seinersmaat

Gangbaarheid

  • Het woord seiner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
75 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  seiner    (hulp, bestand)
  • Geluid:  seiner    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzaɪ̯.nɐ/
enkelvoud meervoud
mannelijk vrouwelijk onzijdig
nominatief ersieessie
genitief seinerihrerseinerihrer
datief ihmihrihmihnen
accusatief ihnsieessie
Woordafbreking
  • sei·ner

Persoonlijk voornaamwoord

seiner

  1. van hem (genitief mannelijk enkelvoud van de derde persoon)
    «Er erbarmt sich seiner
    Hij ontfermt zich over hem.
  2. ervan (genitief onzijdig enkelvoud van de derde persoon)
    «Er erbarmt sich seiner
    Hij ontfermt zich erover.

Frans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
seiner
seinais
seiné
eerste groep volledig

Werkwoord

seiner

  1. vissen met een zegen.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.