vaartuig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vaartuig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvartœyx/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈvaːrtœyx/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈvaːrtœx/
Woordafbreking
  • vaar·tuig
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vaartuig vaartuigen
verkleinwoord vaartuigje vaartuigjes

Zelfstandig naamwoord

hetvaartuigo

  1. een drijvend vervoermiddel in principe voor de verplaatsing over wateroppervlakten, met uitzondering van luchtvaartuig en ruimtevaartuig (dus ook door de lucht of het luchtledige)
    • Het zelfgemaakte vlot bleek geen zeewaardig vaartuig te zijn. 
Hyponiemen
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vaartuig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.