aanhanger
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanhanger (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanhaŋər / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·han·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanhanger | aanhangers |
verkleinwoord | aanhangertje | aanhangertjes |
Zelfstandig naamwoord
de aanhanger m
- iemand die gelooft in een bepaald idee, of die een bepaalde groep of persoon steunt
- Een aanhanger van het communisme, een aanhanger van het CDA.
- Het parlement werd bestormd door woedende aanhangers van de president.
- ▸ Ik groeide op in Dresden als enig kind van ouders die fanatieke aanhangers waren van het sED-gedachtegoed.[1]
- (transport) rijdend object dat achter de auto gehangen kan worden voor het vervoeren van goederen
- ▸ Een ongeveer dertig jaar oude Volvo en een tractor met een stapel in plastic verpakte hooibalen op de aanhanger.[2]
Synoniemen
- [2] aanhangwagen
Afgeleide begrippen
- [1] aanhang
Verwante begrippen
- [1] adept, discipel, fan, gelovige, lidmaat, medestander, navolger, volgeling, lid, supporter, trawant, volger
- [2] oplegger
Vertalingen
1. iemand die gelooft in een bepaald idee, of die een bepaalde groep of persoon steunt.
Gangbaarheid
- Het woord aanhanger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanhanger" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ “Het dossier” (2017), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789021042503
- ↑ Håkan Nesser“Herfst op Gotland” (2021), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535624
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.