bere
Niet te verwarren met: beer, béře |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bere (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·re
Woordherkomst en -opbouw
- beer ww met de uitgang -e
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beren |
bere
- aanvoegende wijs van beren
Gangbaarheid
- Het woord bere staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Afrikaans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bere | beren |
Uitspraak
- IPA: /biə̯rə/
Zelfstandig naamwoord
bere
- meervoud van beer
Angelsaksisch
Uitspraak
- IPA: /ˈbere/
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *baraz
Zelfstandig naamwoord
bere m
Afgeleide begrippen
- bærlīċ
Overerving en ontlening
Werkwoord
bere
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van beran
Italiaans
Werkwoord
bere
Middelengels
Uitspraak
- IPA: /bɛːr(ə)/
Woordherkomst en -opbouw
- [A] Afgeleid van het Angelsaksische bēor
- [B] Afgeleid van het Angelsaksische bera
Zelfstandig naamwoord
bere [A]
Overerving en ontlening
Zelfstandig naamwoord
bere [B]
Schrijfwijzen
- beare
- beore
- bore
Overerving en ontlening
Werkwoord
bere
Middelnederduits
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Oudsaksische beri
Zelfstandig naamwoord
bere
Overerving en ontlening
- Nedersaksisch: Biär, Beer
Middelnederlands
[1,2,3,4] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
nominatief | bere | beren |
genitief | beren | beren |
datief | bere | beren |
accusatief | bere | beren |
[5] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
nominatief | bere | beren |
genitief | beren | beren |
datief | beren | beren |
accusatief | bere | beren |
Zelfstandig naamwoord
bere [1]
- m (dierkunde) beer, mannelijk zwijn
- Hi hadde een soch, die wilde gaen te bere, also alse soge plien.
- m (roofdieren) beer
- Die grave quam als een wilt bere, di hadde des anders groten ghere.
- m (militair) stormram
- Voer Ravenstein, daer hi dede maken eenen beer, starc ende groot, daer di met dede groten noot, die waren binnen Ravenstein.
- o leem, deeg, slijk, drek
- Daar so stelde God ter weere, ende warpene int helsche beere
- v bes, bezie
- Wat es dat men soeter vint dan geperst beerkine,
Schrijfwijzen
- later beer
Overerving en ontlening
Verwijzingen
- ↑ Middelnederlandsch woordenboek van Eelco Verwijs, Jacob VerdamDeel 1, 1885 M. Nijhoff
Roemeens
Uitspraak
- IPA: /'bere/
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief en accusatief | bere | beri |
lidwoordsvorm | berea | berile |
datief en genitief | berii | berilor |
vocatief | bereo | berilor |
Zelfstandig naamwoord
bere v
Schots
Uitspraak
- IPA: /bɪə/
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Middelengelse bere
Zelfstandig naamwoord
bere
Surinaams
Zelfstandig naamwoord
bere
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /bɛrɛ/
Woordafbreking
- be·re
Werkwoord
bere
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord brát: (hij / zij) neemt
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.