druh
Slowaaks
Uitspraak
- IPA: /drʊx/
Woordafbreking
- druh
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Slavische *drugъ
Zelfstandig naamwoord
druh mbezield
Synoniemen
Afgeleide begrippen
- družka v
Verwante begrippen
- družba v
Zelfstandig naamwoord
druh monbezield
- soort, type, manier, vorm; een samenvatting van specifieke eigenschappen
- soort; een groep individuen identiek in essentiële karakters
- (biologie) soort; een groep levende wezens die een bepaald aantal kenmerken gemeenschappelijk heeft en zich onderling voort kan planten, onderdeel van een geslacht
- «Taxonómia klasifikuje živých organizmov do hierarchicky usporiadaných kategórií, ako sú druhy.»
- Taxonomie kwalifiseert levende organismen in hiërarchisch geordende categorieën, zoals de soorten.
- «Taxonómia klasifikuje živých organizmov do hierarchicky usporiadaných kategórií, ako sú druhy.»
Synoniemen
- typ monbezield
- sorta v, odroda v, kultivar m, žáner m
- –
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
- druh lepidla monbezield – lijmsoort
Verwante begrippen
- druhove (bw.)
- druhovo (bw.)
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /drʊx/
- Geluid: druh (hulp, bestand)
Woordafbreking
- druh
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Slavische *drugъ
Zelfstandig naamwoord
druh mbezield
- maat, kameraad
- «Promluvil k druhům v boji.»
- Hij sprak zijn kameraden toe tijdens het gevecht.
- «Promluvil k druhům v boji.»
- partner, vriend; de mannelijke persoon met wie een persoon ongetrouwd samenwoont
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
nominatief | druh | druzi / druhové | |
genitief | druha | druhů | |
datief | korte vorm | druhu | druhům |
lange vorm | druhovi | ||
accusatief | druha | druhy | |
vocatief | druhu | druzi / druhové | |
locatief | korte vorm | druhu | druzích |
lange vorm | druhovi | ||
instrumentalis | druhem | druhy |
Synoniemen
Afgeleide begrippen
- dobrodruh mbezield
- družka v
- soudruh mbezield
Verwante begrippen
|
|
|
Verwijzingen
Zelfstandig naamwoord
druh monbezield
- soort, type, manier, vorm; een samenvatting van specifieke eigenschappen
- «Je to zločinec nejhoršího druhu.»
- Hij is de ergste soort crimineel.
- «Je to zločinec nejhoršího druhu.»
- soort; een groep individuen identiek in essentiële karakters
- «Čeština rozlišuje 10 druhů slov.»
- In het Tsjechisch worden 10 woordsoorten onderscheiden.
- «Čeština rozlišuje 10 druhů slov.»
- (biologie) soort; een groep levende wezens die een bepaald aantal kenmerken gemeenschappelijk heeft en zich onderling voort kan planten, onderdeel van een geslacht
- «Systematika se zabývá tříděním druhů rostlin.»
- Systematiek houdt zich bezig met het sorteren van plantensoorten.
- «Systematika se zabývá tříděním druhů rostlin.»
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | druh | druhy |
genitief | druhu | druhů |
datief | druhu | druhům |
accusatief | druh | druhy |
vocatief | druhu | druhy |
locatief | druhu | druzích |
instrumentalis | druhem | druhy |
Synoniemen
Afgeleide begrippen
- druhový
- poddruh monbezield
Typische woordcombinaties
- slovní druh monbezield
Verwante begrippen
- druhově (bw.)
- zdruhovění o
- zdruhovět
Paroniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.