helm

Uitspraak

• Geluid:  helm    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈhɛl^əm / (1 of 2 lettergrepen); /ɦɛlm/

Woordafbreking

• helm

Woordherkomst en -opbouw

• [1] In de betekenis van ‘hoofddeksel’ voor het eerst aangetroffen in 1080 ^[1]
• [2] In de betekenis van ‘duinplant’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1500 ^{[1] [2] [3] [4] [5]}
• Van het Protogermaanse *helmaz

Zelfstandig naamwoord

helm

1. m; (hoofddeksel) beschermend hoofddeksel

   ▸ 'Daar stonden ze, helm aan helm, geweer aan geweer, als in steen gehouwen. Ik werd met trots vervuld dat ik het bevel mocht voeren over een handvol mannen die mogelijk in stukken konden worden gereten maar zich niet lieten overwinnen. Op dit soort momenten triomfeert de menselijke geest over de enorme kracht van de materie.^[6]

2. v/m (bloemplanten) Ammophila arenaria  een vaste plant, die tot de grassenfamilie (Poaceae ) behoort. Het is een pioniersplant die belangrijk is bij de vorming van duinen. De plant produceert lange wortelstokken en waar deze wortelstokken met licht in aanraking komen ontstaat een nieuwe spruit

Gangbaarheid

• Het woord helm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "helm" herkend door:

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [2] helm op Wikidata
• [2] helm op "Wilde planten in Nederland en België" ♣

Verwijzingen

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• helm

Zelfstandig naamwoord

helm

1. (hoofddeksel) helm

Woordafbreking

• helm

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Nederlands "helm"

Zelfstandig naamwoord

helm

1. (hoofddeksel) helm