hop

Uitspraak

• Geluid:  hop    (hulp, bestand)
• IPA: / hɔp / (1 lettergreep)

Woordafbreking

• hop

Woordherkomst en -opbouw

• [A] van Middelnederlands hoepe, vermoedelijk klanknabootsing, in de betekenis van ‘scharrelaarachtige’ aangetroffen vanaf 1270 ^{[1] [2] [3]}
• [B] van Middelnederlands hoppe, in de betekenis van ‘klimplant’ aangetroffen vanaf 1376 ^{[4] [5] [3]}
• [C] naamwoord van handeling afgeleid van  hoppen ww , beïnvloed door het verwante Engels hop ^{[6] [7]}
• [D] van Middelnederlands hop, cognaat met Fries hop, in de betekenis van ‘inham’ aangetroffen vanaf 1401 ^{[8] [9] [3]}

Zelfstandig naamwoord

de hop m

1. (neushoornvogelachtigen) bepaald soort vogel, Upupa epops , met typische kuif

• A 1. Een hop tijdens het foerageren.

Zelfstandig naamwoord

[B] de hop v / m

1. (bloemplanten) (drinken) Humulus lupulus  bepaalde plant die onder andere wordt gebruikt bij de bereiding van bier

• B 1. hop, Humulus lupulus

Tussenwerpsel

[C] hop

1. uitroep bij een opspringende beweging

Zelfstandig naamwoord

[C] de hop v / m

1. (dans) benaming voor een (dans)beweging op één been, die doet denken aan huppelen, stap-hop-stap-hop

Werkwoord

[C] hop

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hoppen
   

   • Ik hop. 

2. gebiedende wijs van hoppen
   

   • Hop! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hoppen
   

   • Hop je? 

Zelfstandig naamwoord

[D] het hop o

1. (aardrijkskunde) inham langs de kust

Gangbaarheid

• Het woord hop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hop" herkend door:

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [A 1] hop in het Nederlands Soortenregister N
• [A 1] hop op Wikidata

• [B 1] hop op Wikidata
• [B 1] hop op "Wilde planten in Nederland en België" ♣

Verwijzingen

Uitspraak

• Geluid:  hop (VS)    (hulp, bestand)
• IPA: /hɒp/

Zelfstandig naamwoord

hop

1. sprong, sprongetje
2. (plantkunde) hop (Humulus lupulus)

Werkwoord

hop

1. huppen, sprongen

Tussenwerpsel

hop

1. hup (bij een snelle beweging omhoog)