lieveheersbeestje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lieveheersbeestje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌliveˈherzbes(t)jə/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • lie·ve·heers·beest·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord lieveheersbeestje lieveheersbeestjes

Zelfstandig naamwoord

hetlieveheersbeestjeo dim. tant.

  1. (kevers) benaming voor kevertjes uit de familie Coccinellidae 
     Klompe staat tussen de veldbonen en buigt voorover. Her en der zit er zwart tussen de bladeren. „Luis”, zegt hij. Maar meteen wijst hij ook op een lieveheersbeestje. „Die eet graag luis.”[4]
Schrijfwijzen
  • lievenheersbeestje (verouderde schrijfwijze met de genitiefvorm van lief)
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lieveheersbeestje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. lieveheersbeestje op website: Etymologiebank.nl
  4. Weblink bron
    Marcel aan de Brugh
    “Veldboon, ui, tarwe, gerst, gras: de boer van de toekomst doet alles in stroken” (24 juni 2020) op nrc.nl
  5. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.