pa

Niet te verwarren met: Pa, , , , , , ,

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pa    (hulp, bestand)
  • IPA: /pa:/
Woordafbreking
  • pa
enkelvoud meervoud
naamwoord pa pa's
verkleinwoord paatje paatjes

Zelfstandig naamwoord

depam

  1. (familie) vader
    • Mijn pa komt morgen op bezoek bij mij. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pa staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Afrikaans

Uitspraak
  • geluid 
Woordafbreking
  • pa

Zelfstandig naamwoord

pa enkelvoud meervoud
naamwoord pa pa's

pa

  1. (familie) vader; een mannelijke ouder
Synoniemen
Antoniemen
Hyperoniemen
  • ouer
Afgeleide begrippen
  • oupa

Engels

Zelfstandig naamwoord

pa

  1. (familie) pa

Lets

Voorzetsel

pa

  1. op

Middelengels

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Angelsaksische pāwa / pēa

Zelfstandig naamwoord

pa

  1. (hoendervogels) pauw; een siervogel waarvan het mannetje een lange sleep van verlengde dekveren bezit die hij om indruk te maken rechtop kan zetten
Schrijfwijzen
  • po
  • poo
  • poue
Afgeleide begrippen
  • pecok
Overerving en ontlening

Pools

Uitspraak
  • IPA: /pa/
  • Geluid:  pa    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pa

Tussenwerpsel

pa

  1. (informeel) doei, dag, tot ziens; een afscheidsgroet
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • pa pa
Uitdrukkingen en gezegden
  • jak przygraj, to nie pa

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /pa/
Woordafbreking
  • pa

Tussenwerpsel

pa

  1. (kindertaal)(informeel) doei, dag, tot ziens; een afscheidsgroet
Schrijfwijzen
Synoniemen

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.