speelman

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  speelman    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈspelmɑn/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • speel·man
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord speelman speellui
speellieden
verkleinwoord speelmannetje speelmannetjes

Zelfstandig naamwoord

despeelmanm

  1. (middeleeuwen), (cultuur), (muziek), (verouderd) (beroep) een in het Zuid-Frankrijk van weleer, langs kastelen en vorstenhoven rondreizend kunstenaar, musicus, zanger van liederen en voordrager van gedichten, balladen e.d.
    • De onbekende speelman maakte met z'n voordracht een diepe indruk op de gasten. 
  2. (cultuur), (muziek), (verouderd) een langs herbergen, jaarmarkten rondtrekkend artiest, muzikant, zanger van liedjes en komediant
    • Met z'n grappen en vrolijke wijsjes bracht de speelman het publiek in een uitgelaten stemming. 
Synoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
  • [2] speelmanslied, speelmanpoëzie
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [2]: De speelman zit er op het dak
Het is er een vrolijke boel
  • [2]: De speelman zit bij hen nog op het dak
Zij zijn nog in hun wittebroodsweken
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord speelman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.