tai

Estisch

Bijvoeglijk naamwoord

tai

  1. Thai

Faeröers

Zelfstandig naamwoord

tai

  1. (taal) Thai

Lets

 enkelvoudmeervoud
naamvalmvmv
nominatieftastietās
genitieftāstoto
datieftamtaitiemtām
accusatieftototostās
instrumentalisar toar toar tiemar tām
locatieftajā; tai; tanītajā; tai; tanītajos; tais; tanīstajās; tais; tanīs

Aanwijzend voornaamwoord

tai

  1. in die (dat), bij die (dat), locatief enk van tas/
  2. aan die (dat), voor die (dat), datief enk van dat verwijst naar een vrouwelijk woord

Surinaams

Werkwoord

tai

  1. binden

Vietnamees

Zelfstandig naamwoord

tai

  1. ongeluk
  2. (anatomie) oor
Antoniemen
  1. vận
Citaten

"Chữ tài liền với chữ tai một vần." (Kim Vân Kiều, Nguyễn Du)

  • Het woord talent geeft – samen met het woord ongeluk – een rijm.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.