geografie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geografie    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌɣejoɣraˈfi/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • geo·gra·fie
Woordherkomst en -opbouw
  • via Frans géographie van Latijn geographia, in de betekenis van ‘aardrijkskunde’ voor het eerst aangetroffen in 1592 [1] [2]
  • met het voorvoegsel geo- en met het achtervoegsel -grafie [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord geografie geografieën
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

degeografiev

  1. (wetenschap) wetenschap die de aarde beschrijft
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • fytogeografie
  • landschapsgeografie
  • macrogeografie
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord geografie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Afrikaans

Zelfstandig naamwoord

geografie

  1. (wetenschap) aardrijkskunde, geografie

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /gɛjɔgrafɪjɛ/

Zelfstandig naamwoord

geografie v

  1. (wetenschap) aardrijkskunde, geografie
Verbuiging
Synoniemen
  • zeměpis m onbezield
Afgeleide begrippen
  • anthropogeografie v
  • fytogeografie v
  • geografický
  • zoogeografie v
Verwante begrippen
  • geograf m bezield
  • geograficky (bw.)
  • geografičnost v
  • geografka v

Verwijzingen

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.