lint

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lint    (hulp, bestand)
  • IPA: /lɪnt/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • lint
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lint linten
verkleinwoord lintje lintjes

Zelfstandig naamwoord

hetlinto

  1. (kleding) lange, smalle strook stof
    • De politie heeft de plaats van het ongeluk met een lint afgescheiden. 
     De Trippelbandet (de drie linten) zoals ze dat zelf noemde, had ze samen met haar twee honden binnen een jaar voltooid.[4]
  2. vaak korte strook stof in voorgeschreven patroon en kleur waaraan een onderscheiding is bevestigd
    Vooral het verkleinwoord lintje heeft als pars pro toto zelf ook de betekenis "onderscheiding" gekregen.
     De medaille is steeds hetzelfde, maar iedere operatie kent zijn eigen lint.[5]
Verwante begrippen
[2] termen uit de faleristiek:
Uitdrukkingen en gezegden
  • door het lint gaan
alle remmingen laten varen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lint staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.