robot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  robot    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrobɔt/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈro.bɔt/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈro.bɔt/
    • (Limburg): /ˈro.bɔt/
Woordafbreking
  • ro·bot
Woordherkomst en -opbouw
  • van Tsjechisch robot, in de betekenis van ‘kunstmens’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1921 (zie vindplaats hieronder) [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord robot robots
robotten
verkleinwoord robotje robotjes

Zelfstandig naamwoord

derobotm

  1. (techniek) machine die beschikt over een stoffelijke vorm ('lichaam') en een beslissingsmodel (programma)
    • In de praktijk betekent het dat een robot voor verschillende producten kan worden ingezet, waar een numerieke machine slechts een (deels variabele) taak kan uitvoeren. 
     Er zijn enkele eerdere gevallen bekend over gewelddadige interacties tussen verdachten en de politie waarbij robots zijn gebruikt. Bijvoorbeeld bij een arrestatie in Albuquerque in de VS in 2014. Daar had een gewapende verdachte zich verschanst in een motelkamer. De politie gebruikte toen chemische munitie via een robot waarna de verdachte zich overgaf, zo staat te lezen in het officiële politierapport over de zaak.[3]
      Het stuk draagt den titel van R.U.R. ("Rossums Universal Robot"). Er is sprake in van een kunstmatigen mensch Robot genaamd, die door een fabriek op een afgelegen eiland in honderdduizenden exemplaren wordt vervaardigd.[4]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord robot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. robot op website: Etymologiebank.nl
  3. Weblink bron
    Mark Zaremba
    “'Politierobots zullen vaker verdachten gaan doden'” (10 oktober 2017) op tubantia.nl
  4. Weblink bron Een merkwaardig tooneelstuk in: Heldersche Courant, jrg. 49 nr. 5359 (5 februari 1921), p. 7 kol. 5
  5. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord robot robots
robotte
verkleinwoord robotjie robotjies

Zelfstandig naamwoord

robot

  1. (techniek) robot
  2. (verkeer) verkeerslicht, stoplicht
    «Wag eers, die robot is rooi.»
    Wacht even, het stoplicht staat op rood.

Meer informatie

Engels

Uitspraak
  • Geluid: (VS)  robot    (hulp, bestand)
    • (VK) /ˈɹəʊbɒt/
    • (VS) /ˈɹoʊbɑt/
Woordafbreking
  • ro·bot

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
robot robots

robot

  1. (techniek) robot
  2. (verkeer), (Zuid-Afrikaans Engels) verkeerslicht

Fries

Zelfstandig naamwoord

robot

  1. (techniek) robot

Pools

Uitspraak
  • IPA: /rɔbɔt/
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Tsjechisch

Zelfstandig naamwoord

robot monbezield

  1. (techniek) robot
Afgeleide begrippen
  • robotyka v

Meer informatie

Schots

Zelfstandig naamwoord

robot

  1. (techniek) robot

Meer informatie

Slowaaks

Woordafbreking
  • ro·bot

Zelfstandig naamwoord

robot m

  1. (techniek) robot; een zelfstandig werkende humanoïde machine die een bepaalde taak uitvoert
  2. (techniek) robot; een machine die een bepaalde activiteit uitvoert
Synoniemen
  1. android monbezield
Typische woordcombinaties
  • kuchynský robot m – keukenmachine
Verwante begrippen
  • robota v

Meer informatie

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /rɔbɔt/
Woordafbreking
  • ro·bot
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord robota, het woord is voor het eerst gebruikt door de Tsjechische schrijver Karel Čapek in zijn toneelstuk R.U.R. uit 1920. Het woord is echter bedacht door zijn broer Josef Čapek.

Zelfstandig naamwoord

robot mbezield

  1. (techniek) robot; een zelfstandig werkende humanoïde machine die een bepaalde taak uitvoert
  2. (techniek) robot; een machine die een bepaalde activiteit uitvoert
Verbuiging



Synoniemen
  1. android monbezield
  2. robot monbezield
Afgeleide begrippen
  • robotek m
  • robotový
Verwante begrippen
  • rob mbezield
  • robit
  • robotický

Meer informatie

Zelfstandig naamwoord

robot monbezield

  1. robot; een machine die een bepaalde activiteit uitvoert
Verbuiging
Synoniemen

Zelfstandig naamwoord

robot

  1. genitief meervoud van robota

Zweeds

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈrɔbːɔt/

Zelfstandig naamwoord

robot g

  1. (techniek) robot
  2. (militair) geleide raket
Verbuiging
robots enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     robot     roboten     robotar     robotarna  
  genitief     robots     robotens     robotars     robotarnas  
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.