ananas
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ananas (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑnaˌnɑs / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- ana·nas
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Spaans, in de betekenis van ‘vrucht’ voor het eerst aangetroffen in 1596 [1]
- van Portugees en Spaans ananás [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ananas | ananassen |
verkleinwoord | ananasje | ananasjes |
Zelfstandig naamwoord
de ananas v / m
- (fruit) Ananas comosus (ook: Ananas sativus), een vrucht van de ananasplant
- In de groentewinkel worden sinds kort ook ananassen verkocht.
- Het kweken van ananassen is lange tijd een hobby geweest op landgoederen in Nederland.
- ▸ Ik herinnerde me het etablissement met een ananas op het uithangbord.[3]
- ▸ Maarten zet een oranje blikje 0% Wanderlust-bier en een tosti ananas met een klodder ketchup voor me neer.[4]
- (plantkunde) een uit Zuid-Amerika afkomstige plant van de soort Ananas comosus
Afgeleide begrippen
- ananasgal, ananaskers, ananassap, ananasvormig
Vertalingen
1. een vrucht van de ananasplant
Gangbaarheid
- Het woord ananas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ananas" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "ananas" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ ananas op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Victoria Holt“Minnares van de duivel” (1982), Saga, ISBN 9788726484731
- ↑ Annemarie Kruiper“Gewoonweg schitterend Wandelingen en ontmoetingen op het Pieterpad” (2023), AM Books, ISBN 9789090369914
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Bosnisch
Zelfstandig naamwoord
ananas m
- (fruit), (plantkunde) ananas
Deens
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- a·na·nas
Naar frequentie | 13645 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | ananas | ananassen ook: ananasen |
ananas ananasser |
ananassene ananaserne |
genitief | ananas' | ananassens ook: ananasens |
ananas' ananassers |
ananassenes ananasernes |
Zelfstandig naamwoord
ananas, g
- (fruit), (plantkunde) Ananas comosus , ananas
Zelfstandig naamwoord
ananas
- nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van ananas
Schrijfwijzen
- ananasser
Verwijzingen
- ananas in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
Fins
Zelfstandig naamwoord
ananas
- (fruit), (plantkunde) ananas
Frans
Zelfstandig naamwoord
ananas m
- (fruit), (plantkunde) ananas
Italiaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˈananas/, /anaˈnas/
Woordafbreking
- a·na·nas
Zelfstandig naamwoord
enkelvoud | meervoud |
---|---|
ananas | ananas |
ananas m
- (fruit), (plantkunde) ananas
Kroatisch
Zelfstandig naamwoord
ananas m
- (fruit), (plantkunde) ananas
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- ana·nas
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig uit het Guarani
Naar frequentie | 15601 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | ananas | ananasen | ananaser | ananasene |
genitief | ananas' | ananasens | ananasers | ananasenes |
Zelfstandig naamwoord
ananas, m
- (fruit), (plantkunde) Ananas comosus , ananas
Afgeleide begrippen
|
|
|
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- a·na·nas
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig uit het Guarani
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | ananas | ananasen | ananasar | ananasane |
Zelfstandig naamwoord
ananas, m
- (fruit), (plantkunde) Ananas comosus , ananas
Hyperoniemen
- sydfrukt
Pools
Zelfstandig naamwoord
ananas m
- (fruit), (plantkunde) ananas
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /ananas/
Woordafbreking
- ana·nas
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Portugese woord ananás.
Zelfstandig naamwoord
ananas m onbezield
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | ananas | ananasy |
genitief | ananasu | ananasů |
datief | ananasu | ananasům |
accusatief | ananas | ananasy |
vocatief | ananase | ananasy |
locatief | ananasu | ananasech |
instrumentalis | ananasem | ananasy |
Synoniemen
- ananasovník m onbezield
- -
Hyperoniemen
- rostlina v
- ovoce o, plod m onbezield
Afgeleide begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Turks
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- ana·nas
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | ananas | ananaslar |
genitief | ananasın | ananasların |
datief | ananasa | ananaslara |
accusatief | ananası | ananasları |
locatief | ananasta | ananaslarda |
ablatief | ananastan | ananaslardan |
Zelfstandig naamwoord
ananas
- (fruit) ananas
- (plantkunde) ananas, ananasplant
Zweeds
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- ana·nas
Naar frequentie | 15714 |
---|
ananas | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | ananas | ananasen | ananas ananaser ananasfrukter |
ananaserna ananasen |
genitief | ananas | ananasens | ananas ananasers ananasfrukters |
ananasernas ananasens |
Zelfstandig naamwoord
ananas, g
Zelfstandig naamwoord
ananas
ananas
- nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van ananas
Schrijfwijzen
- ananaser
- ananasfrukter
ananas
Schrijfwijzen
- ananasers
- ananasfrukters
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.