hold

Angelsaksisch

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *huldą

Zelfstandig naamwoord

hold

  1. karkas; dood lichaam
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *hulþaz

Bijvoeglijk naamwoord

hold

  1. gracieus, loyaal, aardig

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈhʌlˀ/
Woordafbreking
  • hold
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord hald.
  • Afleiding van het Deense woord hold.

Werkwoord

hold

  1. gebiedende wijs van holde
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hold     holdet     hold     holdene  
genitief   holds     holdets     holds     holdenes  

Zelfstandig naamwoord

[A] hold o

  1. brigade, span, team
  2. (sport) equipe, kernploeg, ploeg, ploegverband, sportploeg, team, teamverband
  3. groep (met betrekking tot onderwijs)
  4. portie
  5. (zelden gebruikt) greep (in de zin van: greep hebben op)
  6. (figuurlijk) grip (in de zin van: alles in de hand hebben), overzicht
  7. (medisch) stijfheid (in de zin van rugpijn)
  8. (zelden gebruikt) houderij (huisdieren)
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
  • søgning
Typische woordcombinaties
  • [1]: det vindende hold
het winnende team
  • [1]: hold A
ploeg A
  • [2]: begge hold
beide teams
  • [7]: hold i nakken
stijfheid in de nek
een stijve nek
  • [7]: hold i ryggen
stijfheid in de rug
Uitdrukkingen en gezegden
  • eftersøgning med hunde
zoektocht met honden
speurtocht met honden

Zelfstandig naamwoord

hold, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van hold
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hold     holdet     -     -  
genitief   holds     holdets     -     -  

Zelfstandig naamwoord

[B] hold o

  1. afstand
  2. kant, richting
  3. steun
  4. (figuurlijk) belang, gewicht
Synoniemen
Typische woordcombinaties
  • [1]: på klos hold / på kloshold
op korte afstand, van dichtbij
  • [1]: på nærmeste hold
van dichtbij
van heel dichtbij
  • [2]: fra teologisk hold
van de theologische kant

Verwijzingen

    Engels

    Uitspraak
    • Geluid:  hold (US)    (hulp, bestand)
    • IPA: /həʊld/
    • SAMPA: /h@Uld/
    Woordherkomst en -opbouw
    • erfwoord afkomstig van het Oudengelse healdan.
    enkelvoud meervoud
    hold holds

    Zelfstandig naamwoord

    hold

    1. greep [1]
    vervoeging
    onbepaalde wijs to  hold 
    he/she/it  holds 
    verleden tijd  held 
    voltooid
    deelwoord
     held 
    onvoltooid
    deelwoord
     holding 
    gebiedende wijs  hold 

    Werkwoord

    hold

    1. overgankelijk vasthouden
    2. overgankelijk bevatten
    Synoniemen
    Uitdrukkingen en gezegden

    to hold a title

    • Een titel dragen
    Vaste voorzetsels
    • hold on, hold together

    Hongaars

    Uitspraak
    • IPA: /ˈhold/

    Zelfstandig naamwoord

    hold

    1. maan

    Middelengels

    Woordherkomst en -opbouw
    • Van het Angelsaksisch

    Bijvoeglijk naamwoord

    hold

    1. vriendelijk, trouw

    Zelfstandig naamwoord

    hold

    1. karkas, vlees
    Verwante begrippen
    • holdeste
    • unhold
    • holdelike
    • holdoþ

    Nynorsk

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: /hɔl/
    Woordherkomst en -opbouw
    • Ontleend aan het Oudnoorse woord hold.
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   hold     holdet     hold     holda  

    Zelfstandig naamwoord

    hold o

    1. vlees (aan het lichaam)
    Uitdrukkingen en gezegden
    • få hold
    aankommen, dikker worden
    • rysje i holdet
    rillen
    • skinn og hold
    huid en vlees
    • vere i godt hold
    in goede staat zijn (dik, mollig zijn)

    Oudhoogduits

    Woordherkomst en -opbouw
    • Afgeleid van het Proto-Germaanse *hulþaz

    Bijvoeglijk naamwoord

    hold

    1. vriendelijk
    Afgeleide begrippen
    • huldī

    Tsjechisch

    Uitspraak
    • IPA: /ɦɔlt/
    Woordafbreking
    • hold
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afgeleid van het Duitse Huld

    Zelfstandig naamwoord

    hold

    1. eerbetoon, hommage; een activiteit waarbij men waardering voor iemand toont
    Verbuiging
    Synoniemen
    • pocta v
    Gelijkklinkende woorden
    Afgeleide begrippen
    • holdovat
    • holdovní
    Verwante begrippen
    • holdovací
    • holdování o

    Verwijzingen

      Meer informatie

      Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.