im
Iers
Uitspraak
- IPA : /iːmʲ/
Zelfstandig naamwoord
im m -2
Duits
Uitspraak
- Geluid: im (hulp, bestand)
- IPA: / ɪm /
Woordafbreking
- im
Woordherkomst en -opbouw
Voorzetsel
im (met datief)
- (afkorting), (verkorting) in, in het
- «Machen immer bei der örtlichen Polizei eine Anzeige, wenn Sie im Ausland beraubt worden sind.»
- Doe altijd aangifte bij de lokale politie wanneer u bent bestolen in het buitenland.
- «Machen immer bei der örtlichen Polizei eine Anzeige, wenn Sie im Ausland beraubt worden sind.»
Opmerkingen
- Het woord "im" ist niet immer scheidbaar.
Antoniemen
Verwante begrippen
Gotisch
enkelvoud | meervoud | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
mannelijk | vrouwelijk | onzijdig | mannelijk | vrouwelijk | onzijdig | |
nominatief | is | si | ita | eis | ijos | ija |
accusatief | ina | ija | ins | |||
genitief | is | izos | is | ize | izo | ize |
datief | imma | izai | imma | im |
Persoonlijk voornaamwoord
im
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.