opkomen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opkomen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·ko·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opkomen
kwam op
opgekomen
klasse 4 volledig

Werkwoord

opkomen

  1. ergatief zichzelf of iemand anders verdedigen
    • Hij kwam op voor de gepeste jongen. 
  2. ergatief omhoogkomen
    • De maan lijkt van achter de zee op te komen. 
     Zo werd ik wakker als de zon opkwam en ging ik slapen als het donker werd.[1]
  3. naar een bijeenkomst gaan
    • Enkele kiezers zijn niet opgekomen. 
  4. (kunst) op het toneel verschijnen
    • Na de ouverture komt de hoofdrolspeelster als eerste op. 
  5. tot ontwikkeling komen
    • Het opkomen van nieuwe methoden in de landbouw. 
  6. ingang vinden, populair worden
    • Een opkomende rage/mode. 
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Voor iemand opkomen
Voor iemand in de bres springen
  • Ergens opkomen
Iets bedenken/Ietsverzinnen
  • Opkomend noodweer/onheil
Naderend onweer/onheil
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opkomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.