vierentachtig

Nederlands

0084
vierentachtig,
op een abacus


Telwoord (nl)
0123456789
10111213141516171819
20212223242526272829
30313233343536373839
40414243444546474849
50515253545556575859
60616263646566676869
70717273747576777879
80818283848586878889
90919293949596979899
1002003004005006007008009001000
10610910121015101810211024102710301033
1036103910421045104810511054105710601063
10661069107210751099101001012010303103003
Uitspraak
  • Geluid:  vierentachtig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvirənˌtɑxtəx/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • vier·en·tach·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

vierentachtig

  1. "84", het getal tussen drieëntachtig en vijfentachtig, tachtig plus vier
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vierentachtig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • Het juiste antwoord op opgave vierentachtig is "42". 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
  • vierentachtigen (oude verbogen vorm na sommige voorzetsels)

zelfstandig naamwoord samengesteld met "vierentachtig" ht

bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "vierentachtig" ht

bijwoord

  • vierentachtigmaal

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "vierentachtig" ht als linkerdeel

  • vierentachtig en een half
  • vierentachtigduizend
  • vierentachtigenhalf
  • vierentachtighonderd
hooftelwoorden samengesteld met "vierentachtig" ht als rechterdeel
  • achtendertighonderdvierentachtig
  • achtennegentighonderdvierentachtig
  • achtentachtighonderdvierentachtig
  • achtentwintighonderdvierentachtig
  • achtenveertighonderdvierentachtig
  • achtenvijftighonderdvierentachtig
  • achtenzestighonderdvierentachtig
  • achtenzeventighonderdvierentachtig
  • achtduizend vierentachtig
  • achthonderdvierentachtig
  • achttienhonderdvierentachtig
  • dertienhonderdvierentachtig
  • drieëndertighonderdvierentachtig
  • drieënnegentighonderdvierentachtig
  • drieëntachtighonderdvierentachtig
  • drieëntwintighonderdvierentachtig
  • drieënveertighonderdvierentachtig
  • drieënvijftighonderdvierentachtig
  • drieënzestighonderdvierentachtig
  • drieënzeventighonderdvierentachtig
  • drieduizend vierentachtig
  • driehonderdvierentachtig
  • duizend vierentachtig
  • eenendertighonderdvierentachtig
  • eenennegentighonderdvierentachtig
  • eenentachtighonderdvierentachtig
  • eenentwintighonderdvierentachtig
  • eenenveertighonderdvierentachtig
  • eenenvijftighonderdvierentachtig
  • eenenzestighonderdvierentachtig
  • eenenzeventighonderdvierentachtig
  • elfhonderdvierentachtig
  • honderdvierentachtig
  • negenendertighonderdvierentachtig
  • negenennegentighonderdvierentachtig
  • negenentachtighonderdvierentachtig
  • negenentwintighonderdvierentachtig
  • negenenveertighonderdvierentachtig
  • negenenvijftighonderdvierentachtig
  • negenenzestighonderdvierentachtig
  • negenenzeventighonderdvierentachtig
  • negenduizend vierentachtig
  • negenhonderdvierentachtig
  • negentienhonderdvierentachtig
  • twaalfhonderdvierentachtig
  • tweeëndertighonderdvierentachtig
  • tweeënnegentighonderdvierentachtig
  • tweeëntachtighonderdvierentachtig
  • tweeëntwintighonderdvierentachtig
  • tweeënveertighonderdvierentachtig
  • tweeënvijftighonderdvierentachtig
  • tweeënzestighonderdvierentachtig
  • tweeënzeventighonderdvierentachtig
  • tweeduizend vierentachtig
  • tweehonderdvierentachtig
  • veertienhonderdvierentachtig
  • vierendertighonderdvierentachtig
  • vierennegentighonderdvierentachtig
  • vierentachtighonderdvierentachtig
  • vierentwintighonderdvierentachtig
  • vierenveertighonderdvierentachtig
  • vierenvijftighonderdvierentachtig
  • vierenzestighonderdvierentachtig
  • vierenzeventighonderdvierentachtig
  • vierduizend vierentachtig
  • vierhonderdvierentachtig
  • vijfendertighonderdvierentachtig
  • vijfennegentighonderdvierentachtig
  • vijfentachtighonderdvierentachtig
  • vijfentwintighonderdvierentachtig
  • vijfenveertighonderdvierentachtig
  • vijfenvijftighonderdvierentachtig
  • vijfenzestighonderdvierentachtig
  • vijfenzeventighonderdvierentachtig
  • vijfduizend vierentachtig
  • vijfhonderdvierentachtig
  • vijftienhonderdvierentachtig
  • zesendertighonderdvierentachtig
  • zesennegentighonderdvierentachtig
  • zesentachtighonderdvierentachtig
  • zesentwintighonderdvierentachtig
  • zesenveertighonderdvierentachtig
  • zesenvijftighonderdvierentachtig
  • zesenzestighonderdvierentachtig
  • zesenzeventighonderdvierentachtig
  • zesduizend vierentachtig
  • zeshonderdvierentachtig
  • zestienhonderdvierentachtig
  • zevenendertighonderdvierentachtig
  • zevenennegentighonderdvierentachtig
  • zevenentachtighonderdvierentachtig
  • zevenentwintighonderdvierentachtig
  • zevenenveertighonderdvierentachtig
  • zevenenvijftighonderdvierentachtig
  • zevenenzestighonderdvierentachtig
  • zevenenzeventighonderdvierentachtig
  • zevenduizend vierentachtig
  • zevenhonderdvierentachtig
  • zeventienhonderdvierentachtig
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord vierentachtig vierentachtigs
verkleinwoord vierentachtigje vierentachtigjes

Zelfstandig naamwoord

devierentachtigv/m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 84 is aangeduid
    • Het is weer de vierentachtig die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen? 
    • Haar vijfentachtigste verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de vierentachtig eenmaal voorbij was. 

devierentachtigmv

  1. groep van 84 eenheden
    • De vierentachtig zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen. 

Gangbaarheid

  • Het woord vierentachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.