dille

Uitspraak

• Geluid:  dille    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• dil·le

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘plantengeslacht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1225 ^[1]

Zelfstandig naamwoord

de dille v / m

1. (plantkunde) een plant Anethum graveolens  uit de schermbloemenfamilie (Apiaceae )
   (wikidata: dille )
2. (kruid) de bladeren van Anethum graveolens , vers en gedroogd, die gebruikt worden als kruid
   (wikidata: dille )

• Dille in de tuin
• Bloeiende dille
• Dillezaadjes

Gangbaarheid

• Het woord dille staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dille" herkend door:

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˈdilə/

Woordafbreking

• dil·le

Woordherkomst en -opbouw

• Werkwoord: Afkomstig uit het Noors dialect, verwant met dalle
• Zelfstandig naamwoord: Verkorting van het Noorse zelfstandige naamwoord delirium.

Werkwoord

dille

1. overgankelijk onzin verkondigen
2. overgankelijk gek doen

Zelfstandig naamwoord

dille m / v

1. (afkorting), (verkorting), (medisch) ijlkoorts
2. ijver, manie, rage

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˈdilə/

Woordafbreking

• dil·le

Woordherkomst en -opbouw

• Werkwoord: Verwant met dalle
• Zelfstandig naamwoord: Verkorting van het Nynorske zelfstandige naamwoord delirium.

Werkwoord

dille

1. overgankelijk sukkelen
2. overgankelijk beven, trillen
3. overgankelijk zich langzaam verplaatsen
4. overgankelijk onzin verkondigen
5. overgankelijk gek doen

Werkwoord

dille

1. gebiedende wijs van dilla

Werkwoord

dille

1. gebiedende wijs van dille

Zelfstandig naamwoord

dille v

1. (afkorting), (verkorting), (medisch) ijlkoorts
2. ijver, manie, rage