theorie

Niet te verwarren met: Theorie, teorie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  theorie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • the·o·rie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘leer, stelling’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1566 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord theorie theorieën
verkleinwoord theorietje theorietjes

Zelfstandig naamwoord

detheoriev

  1. een wetenschappelijk model of uitspraak over waarnemingen in de empirie
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord theorie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

theorie

  1. (wetenschap) theorie; een wetenschappelijk model of uitspraak over waarnemingen in de empirie
Afgeleide begrippen

Sallands

Zelfstandig naamwoord

theorie

  1. (wetenschap) theorie; een wetenschappelijk model of uitspraak over waarnemingen in de empirie
Afgeleide begrippen

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /tɛɔrɪjɛ/
  • Geluid:  teorie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • theo·rie
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Duitse Theorie

Zelfstandig naamwoord

theorie v

  1. (verouderd)(wetenschap) theorie; een wetenschappelijk model of uitspraak over waarnemingen in de empirie
  2. (verouderd)(spreektaal) theorie, hypothese; veronderstelling die nog niet bewezen is
Verbuiging
Schrijfwijzen
Synoniemen
  1. výklad monbezield, hypotéza v
Antoniemen
  1. praxe v, empirie v

Verwijzingen

    Meer informatie

    West-Vlaams

    Zelfstandig naamwoord

    theorie

    1. theorie
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.