donkerblauw

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  donkerblauw    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌdɔŋkərˈblɑu/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • don·ker·blauw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord donkerblauw
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetdonkerblauwo

  1. (kleur) donkere variant van de kleur blauw (  )
    • Heeft u die ook in het donkerblauw? 
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen donkerblauwdonkerblauwerdonkerblauwst
verbogen donkerblauwedonkerblauweredonkerblauwste
partitief donkerblauwsdonkerblauwers-

Bijvoeglijk naamwoord

donkerblauw

  1. (kleur) de kleur donkerblauw hebbend (  )
    • Hij rijdt in een donkerblauwe auto. 
    • Hij droeg een donkerblauw maatpak.  
Verwante begrippen
namen van kleuren in het Nederlands

Gangbaarheid

  • Het woord donkerblauw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.