lentegroen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lentegroen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • len·te·groen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lentegroen
verkleinwoord lentegroentje lentegroentjes

Zelfstandig naamwoord

hetlentegroeno

  1. (kleur) de frisse groene kleur zoals die in de lente gezien kan worden
    • Heeft u die ook in het lentegroen? 
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen lentegroenlentegroenerlentegroenst
verbogen lentegroenelentegroenerelentegroenste
partitief lentegroenslentegroeners-

Bijvoeglijk naamwoord

lentegroen

  1. (kleur) de kleur lentegroen hebbend
    • Hij rijdt in een lentegroene auto. 
Verwante begrippen
Anagrammen

Gangbaarheid

  • Het woord lentegroen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.