weidevogel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  weidevogel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɛidəˌvoɣəl/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • wei·de·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord weidevogel weidevogels
verkleinwoord weidevogeltje weidevogeltjes

Zelfstandig naamwoord

deweidevogelm

  1. (dierkunde) vogel die zijn broedplaats heeft in uitgestrekte graslanden
    • De spreeuw is zowel weidevogel als bosvogel. 
Afgeleide begrippen
  • weidevogelbescherming
  • weidevogelsoort
  • weidevogeltelling
Verwante begrippen
termen uit de ornithologie:

Gangbaarheid

  • Het woord weidevogel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.