mol

Woordherkomst en -opbouw

• van Duits Mol als (verkorting) van  Molekül zn  "molecuul" rond 1900 voor het eerst gebruikt door de 19e-eeuwse Duitse scheikundige W. Ostwald ^[1]

Symbool

mol

1. (scheikunde), (eenheid) symbool voor de eenheid van stofhoeveelheid: 6,02214076 × 10²³ deeltjes van een stof

Verwijzingen

Uitspraak

• Geluid:  mol    (hulp, bestand)
• IPA: / mɔl / (1 lettergreep)

Woordafbreking

• mol

Woordherkomst en -opbouw

• [A]: erfwoord via Middelnederlands mol van Oudnederlands mol, in de betekenis "onderaards levend dier" aangetroffen vanaf ca. 750 ^{[1] [2] [3]}
  • leenvertaling van Engels mole, in de betekenis van ‘spion in een organisatie’ aangetroffen vanaf 1974 ^[4]
• [B]: van Frans bémol, in de betekenis van ‘verlagingsteken in muziekschrift’ aangetroffen vanaf 1685 ^[5][4]
• [C]: van Duits Mol als (verkorting) van  Molekül zn  "molecuul" rond 1900 voor het eerst gebruikt door de 19e-eeuwse Duitse scheikundige W. Ostwald ^[6]

Zelfstandig naamwoord

[A] de mol m

1. (insecteneters) bepaald soort zoogdier, Talpa europaea  zwart, zoogdier met spitse snuit en voorzien van graafpoten, dat leeft in gegraven gangen in de grond
2. (figuurlijk) deelnemer van een organisatie die daarbinnen voor anderen spioneert

• 1. Een mol, Talpa europaea.

Werkwoord

[A] mol

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mollen
   

   • Ik mol. 

2. gebiedende wijs van mollen
   

   • Mol! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mollen
   

   • Mol je? 

Zelfstandig naamwoord

[B] de mol v / m

1. (muziek) teken in het muziekschrift dat een verlaging met een halve toon aanduidt

• 1. De mol.
• 1. Een mol die aangeeft dat de A met een halve toon verlaagd wordt.

Zelfstandig naamwoord

[C] de mol v / m

1. (scheikunde), (eenheid) mol, hoeveelheid van een stof die net zo veel deeltjes bevat als er atomen zijn in 12 gram koolstof-12

   • Het gewicht van 5 mol water is 80 gram. 

Gangbaarheid

• Het woord mol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mol" herkend door:

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Zelfstandig naamwoord

mol m

1. (scheikunde)(eenheid) mol

Uitspraak

• IPA: /mɔl/

Woordafbreking

• mol

Woordherkomst en -opbouw

1. -
2. Afgeleid van het Duitse Mol
3. -
4. -

Zelfstandig naamwoord

mol mbezield

1. (vlinders) mot, benaming voor insecten uit de familie Tineidae 

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)

Zelfstandig naamwoord

mol monbezield

1. (scheikunde)(eenheid) mol; hoeveelheid van een stof die net zo veel deeltjes bevat als er atomen zijn in 12 gram koolstof-12

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)

Zelfstandig naamwoord

mol o

1. (muziek) mineur

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Zelfstandig naamwoord

mol

1. genitief meervoud van molo