Job

Niet te verwarren met: job

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Job    (hulp, bestand)
  • IPA: /jɔp/ (1 lettergreep); /'jɔb/
Woordafbreking
  • Job
Woordherkomst en -opbouw

Eigennaam

Job m

  1. (religie) man uit het land Us, die trouw is aan God, maar aan wie alles wordt ontnomen, waarna hij tot inzicht probeert te komen (58x: Job 1:1 +, Ez. 14:14 +)
    • Job had zeven zonen en drie dochters. 
  2. (religie) boek uit de Bijbel waarin Job een hoofdrol speelt
    • In het Oude Testament volgt Job op het bijbelboek Ester. 
  3. (mannelijke naam) jongensnaam
Synoniemen
  • Iov (Hebreeuws)
Verwante begrippen
[2] boeken in de christelijke Bijbel
 Oude Testament  


 Apocriefen  
aanvullingen op boeken
hiervoor gemarkeerd met
*
 Nieuwe Testament  
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1] Job op de mestvaalt
    heel arm geworden
  • [1] zo arm als Job
    zonder enige bezittingen, straatarm
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord Job staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Vroegmiddelnederlands Woordenboek
  3. Job op website: Etymologiebank.nl
  4. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  5. verklaring: Job in de Nederlandse Voornamenbank van het Meertens Instituut op de website van de KNAW
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.