Zacharia

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Zacharia    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌzɑxaˈrija/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • Za·cha·ria
Woordherkomst en -opbouw
  • van Hebreeuws  זְכַרְיָה en  (Zecharja) "de Heer gedenkt", naam van personen in de Bijbel [1] [2]
  enkelvoud
nominatief   Zacharia  
genitief   Zacharia's  

Eigennaam

Zacharia m

  1. (religie) zoon van Iddo, hoofd van de priesterfamilie Iddo in de tijd van hogepriester Jojakim; profeet wiens woorden staan in een naar hem genoemd Bijbelboek (7x: Zach. 1:1 +, Ezra 5:1 +, Neh. 12:16)
  2. (religie) boek in de Bijbel, waarin de profeet Zacharia, zoon van Iddo, een hoofdrol speelt
  3. (religie) soms gebruikt voor Bijbelse personen met dezelfde naam als de profeet, die meestal meer letterlijk wordt vertaald als Zecharja
  4. (mannelijke naam) jongensnaam
Synoniemen
  • Zacharias (verouderd voor [1] en [2], meest gangbare vorm voor [4])
  • [1], [2] Zakarias
  • Zecharja (Hebreeuws, gangbare vorm voor [3])
Verwante begrippen
[2] boeken in de christelijke Bijbel
 Oude Testament  


 Apocriefen  
aanvullingen op boeken
hiervoor gemarkeerd met
*
 Nieuwe Testament  

Zacharia m

  1. (vrouwelijke naam) meisjesnaam
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'Zacharia' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  2. verklaring: Zacharia in de Nederlandse Voornamenbank van het Meertens Instituut op de website van de KNAW
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.